Help! Mijn redacteur doet gemeen tegen mij!

Het hebben van een redacteur is een must voor self-pubbers, maar hoe ga je om met kritiek als jouw ‘kindje’ terugkomt vol met rode strepen en opmerkingen?

Stel je hebt maanden, zo niet jaren, gewerkt aan je boek en met veel zorg, geduld en passie is het geworden tot wat het is: een fantastische eerste versie, waar jij helemaal trots op bent. Je hebt je ziel en zaligheid gelegd in de creatie van dit masterpiece en het is zonder twijfel een van de beste boeken die ooit is geschreven.
Eigenlijk vindt je het onzin dat het moet worden nagekeken, want het is immers perfect? Maar je stuurt het toch naar een redacteur.

Na een aantal weken in spanning afwachten, komt je manuscript terug en tot je grote schrik is de redacteur helemaal niet zo lovend als je had gehoopt.
Wat doe je dan?
Geloof me dat ik weet hoe dit voelt, maar het enige wat je kunt doen is slikken en doorgaan. Helaas is dit niet makkelijk.

Doorbijten

Het is drie jaar geleden dat ik de woorden ‘The End’ zette onder mijn eerste fictie verhaal. Ondanks dat ik weinig ervaring had met fictie was het voor mijn gevoel toch wel aardig gelukt een mooi verhaal in elkaar te zetten.
Een kennis die schrijfcoach was, bood aan de tekst te lezen en ik was zeer benieuwd naar wat ze ervan zou vinden.

Groot was mijn schrik toen ik de email opende met het commentaar op mijn 20.000 woorden tellende verhaal. Te veel ‘tell’ en haast geen ‘show’, eindeloze beschrijvingen van de buurt die de vaart er helemaal uithaalden en het ergste, geen conflict!
Wauw.
Om eerlijk te zijn, ik kon haar de nek wel omdraaien. Ik was potverdorie bijna een jaar bezig geweest met dit verhaal en nu werd het helemaal onderuit gehaald. Stampvoetend liep ik door de kamer en terwijl ik haar in gedachten de meest vreselijke verwensingen naar het hoofd slingerde.

Maar na vijf minuten las ik het commentaar nog eens rustig door. Toen kwam ik er al snel achter dat ze gelijk had. Er was alleen maar ‘tell’ en geen ‘show’ in mijn verhaal. En het klopte dat ik de buurt uitgebreid beschreven had. En wat nog het meest klopte was dat het spannende verhaal dat ik had bedacht, helemaal niet zo spannend was. Er was inderdaad geen conflict en nu ik goed nadacht moest ik toegeven dat er in het hele boek eigenlijk niets gebeurde.

Moeilijk als het was besefte ik dat mijn boek nog lang niet af was en dat ik beter weer zo’n beetje van voren af aan kon beginnen.

Niet zo makkelijk als het lijkt

De meeste schrijvers schrijven hun verhalen met het idee dat het eens gelezen zal worden door anderen. Dit brengt al spanning met zich mee, want je wilt toch wel graag dat anderen je verhaal leuk gaan vinden.
Nu zal echt niet iedereen je verhaal leuk vinden, maar de kans bestaat dat dit eerder te maken heeft met dat ze je doelgroep niet zijn, dan dat jij een slechte schrijver bent.

Toch is het goed als schrijver een zekere immuniteit op te bouwen tegen kritiek. En daarmee bedoel ik dus niet dat je kritiek maar langs je heen moet laten glijden, zonder er iets mee te doen.
Soms kan kritiek opbouwend zijn en juist goed, zoals het geval met mijn eigen verhaal hierboven. Mijn schrijfcoach had 100% gelijk, hoe moeilijk het ook was dit te horen, maar uiteindelijk is mijn verhaal er wel duizend keer beter van geworden.

Met immuniteit tegen kritiek bedoel ik nog eens ook dat je als schrijver een dikke huid moet kweken, zodat je opbouwende kritiek leert herkennen voor wat het is: opbouwend.
En dat is niet gemakkelijk. Veel schrijvers worstelen sowieso al met hun zelfvertrouwen en dan ‘komt die kritiek er óók nog bij’.
Het hebben van een dikke huid is dan onontbeerlijk. De ‘aanval’ van je redacteur is namelijk niet persoonlijk bedoel, maar als hulpmiddel. Het is dus goed het te zien als leermoment, waar je ook wel degelijk iets van op kunt steken.

Niet alle kritiek hoef je ‘te nemen’

Een dikke huid zal je ook leren hoe je goede, opbouwende kritiek kunt leren onderscheiden van slechte kritiek.

Mijn eerste boek was een non-fictie boek over de architectuur en geschiedenis van de stad York in Engeland. Ongeveer twee maand voor het werd uitgegeven, werd het gelezen door een redacteur die achteraf gezien niet goed paste bij het genre.
In het gesprek waarin ze mij haar bevindingen meedeelde, zei ze doodleuk dat ik het boek beter kon herschrijven naar een verhaal over Armoede in de 19e eeuw. Dat had vast meer commercieel potentieel.
Wat?!
Ik was met stomheid geslagen. Ik had twee jaar keihard gewerkt om een leuk informatief boek in elkaar te zetten en bovendien was de datum voor de boekpresentatie al geprikt.

Ik zei haar dat ik over haar suggestie na zou denken en dat heb ik ook daadwerkelijk gedaan. Mijn conclusie was echter dat ik het boek zou uitgeven zoals ik het had geschreven, omdat ik volledig achter mijn eigen verhaal stond. Ik kon echt niet zien waarom ‘armoede in de 19e eeuw’ meer commercieel succes zou brengen dan een informatief boek over York, met veel foto’s en duidelijke aanwijzingen waar de lezer overblijfselen van de Romeinen en Vikingen in het huidige straatbeeld konden terugvinden.

En ik ben blij dat ik daarvoor koos, want vanaf de presentatie werd het boek een lokale bestseller, waardoor ik bovendien in één nacht expert werd en lezingen mocht gaan geven over het onderwerp.
Lekker puh, dacht ik toen.

Het belangrijkste wat ik leerde van dit voorval was dat ik als schrijven het laatste woord heb over mijn eigen verhaal. Maar ik leerde ook dat het belangrijk is eerlijk te zijn tegenover jezelf en goed na te denken voor je kritiek van je redacteur in de wind gooit.

Het hebben van een redacteur als self-pubber is dus een must, maar het is goed jezelf van te voren te wapenen tegen wat er komen gaat. Kweek een dikke huid, besef dat kritiek in de meeste gevallen opbouwend is bedoeld en leer te herkennen wanneer jet het echt naast je neer kunt leggen.
Het is een leerproces dat iedere schrijver door moet maken, maar waar je als het goed is sterker en steviger in je schoenen uitkomt!

Verder lezen:

 

About Maria Staal 266 Articles
Maria is geboren en getogen in Groningen, maar heeft ook veel van de wereld gezien. Ze schrijft detective verhalen onder een pseudoniem, helpt schrijvers hun eigen boeken uit te geven door middel van haar blog, boeken en coaching, en heeft samen met haar schrijfcoach een succesvolle methode bedacht voor het plotten van verhalen. Houdt van ruimtevaart, fietsen en katten.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.