Podcast: Play in new window | Download (Duration: 24:32 — 32.9MB)
Subscribe: Apple Podcasts | Spotify | Blubrry | RSS | More
In deze 10e aflevering van de podcast praten we over een stukje tekst waar veel schrijvers moeite mee hebben, de flaptekst. We hebben het over de opbouw van de flaptekst, de verschillen tussen fictie en non-fictie en hoe je deze tekst kunt inzetten voor je marketing.
Luister hierboven of via je favoriete podcast app. Hieronder staan de hoogtepunten en de volledig uitgetypte versie van de aflevering.
Hoogtepunten
- Wat is een flaptekst eigenlijk?
- Waarom de flaptekst belangrijk is
- De beste flaptekst; waar moet je op letten?
- Welke informatie hoort er in een flaptekst?
- Het verschil tussen non-fictie en fictie
- Het gebruik van een tag line
Voor een andere kijk op de flaptekst, luister naar deze interessante (en bij vlagen hilarische) Engelstalge podcast aflevering van Joanna Penn: Writing Hooks And Improving Your Fiction Book Description with Michaelbrent Collings
***
Volledig uitgetypte versie van het gesprek
Maria: Hallo Petra.
Petra: Hallo Maria.
Maria: We zijn er weer. Zo gaat dat.
Wij gaan het vandaag hebben over flapteksten. En dan heb ik meteen een vraag voor jou.
Wat is een flaptekst?
Petra: Eigenlijk wel een leuk woord, he? Flaptekst. Wat het concreet eigenlijk is, is… Het woord komt af van de flap die om het boek heen zit, dus de cover. Vooral bij hardcovers zie je dat en die flap kun je er ook echt afhalen. Dus vandaar de flaptekst. Alleen flaptekst gaat natuurlijk veel verder dan alleen de teksten die op die flap staan. Want het zijn ook de teksten die je, als je op Bol.com bijvoorbeeld een boek aanklikt… De tekst die je daar leest, waar het verhaal over gaat: dat is ook flaptekst.
Maria: Dus eigenlijk de beschrijving wat er in het boek gebeurt.
Petra: Ja, klopt. Een blurb heet dat volgens mij in het Engels. De manier hoe jij iemand bekend gaat maken met waar gaat het verhaal eigenlijk over. En dat is dus heel erg belangrijk dat je dat goed voor elkaar weet te krijgen.
Maria: Absoluut. En dat heet dus in het Nederlands de flaptekst.
En waarom is die flaptekst zo belangrijk?
Petra: Ten eerste is het natuurlijk eigenlijk de eerste tekstuele introductie wat een lezer heeft met jouw boek. Dus de tekst moet goed zijn, want het moet de verkoop eigenlijk realiseren. Dus, op het moment dat jij een goede eerste indruk neerlegt…
Nou, laten we beginnen met de lezersreis, want dan gaan we even een stapje terug.
Mensen zijn op Bol.com. Ze zien jouw cover. Dat is natuurlijk al heel belangrijk. Is dat interessant genoeg? Klikken ze erop, zien ze de titel. Hartstikke goed. Is dat ook interessant genoeg, gaan ze lezen waar je boek over gaat. Wat is het verhaal? Spreekt het mij aan? En het moet kort en krachtig zijn, want je kan niet een hele epistel daar neer gaan zetten, wat je normaal gesproken misschien, als je een verhaal wilt uitwerken dat dat zeg maar je hele… puntsgewijze… Dat kan niet. Het moet gewoon kort en krachtig zijn, waar het verhaal over gaat.
Maria: Dus ze moeten nieuwsgierig gemaakt worden, denk ik.
Petra: Klopt. En het geeft een indruk van de schrijfstijl van het boek. Het geeft het vertelperspectief door. Heb je een ik-boek, of een derde persoon. En voor welke doelgroep. Dus welke type lezer jouw boek gaat oppakken. Dat zijn allemaal dingen die uit de flaptekst moet blijken.
Maria: En ook de sfeer, denk ik, van… überhaupt de cover geeft al aan wat de sfeer van het boek is en het genre van het boek. Is het een Fantasy boek, is het een thriller, is het een horror? Dat soort dingen. En dan is het voor de flaptekst ook belangrijk dat die het gevoel wat die lezer, die koper, die krijgt. Die krijgt een bepaald gevoel, dat ie dat ook in de flaptekst ook terugkomt.
Petra: Ja, en wat ook belangrijk is voor een flaptekst is dat als jouw boek gaat over een heel sensitief onderwerp, dat daar in de flaptekst ook naar gerefereerd moet worden. Want je… als jij een onderwerp hebt die sommige mensen kunnen triggeren, of er komen trauma’s bij naar voren, dan wil je dat wel duidelijk hebben in jouw flaptekst. Zodat mensen weten wat ze kopen.
Maria: Het is ook een soort van… waarschuwing klinkt wat raar, maar mensen… precies wat je zegt, mensen moeten weten wat ze kopen. Dat is wat het is, dat klopt.
Maar het schrijven van een flaptekst, in mijn ervaring is echt bleh… Oftewel, heel erg moeilijk.
Petra: Daar zijn trucjes voor.
Maria: Daar zijn trucjes voor, maar het blijft een bezoeking, om het zo maar te zeggen. Het schrijven van een flaptekst… Ik schrijf liever een boek als dat ik een flaptekst schrijf.
Petra: Dat snap ik. En er zijn ook heel veel schrijvers die kiezen ervoor om eerst de flaptekst te gaan schrijven voordat ze het letterlijke boek gaan schrijven. Omdat ze dan al een beetje een idee hebben: Oké, hoe kan ik mijn lezer triggeren om dit boek op te gaan pakken. Als jij een flaptekst al… dat kan natuurlijk altijd wijzigen op het moment dat je het boek geschreven hebt, maar het geeft gelijk al een soort sfeer aan. Het geeft gelijk al: welke type lezer heb je, dus dat kan al een tip zijn om daar gaan beginnen voordat je je boek gaat schrijven.
Maria: Voor mij als plotter zou dat niet lukken, maar ik denk dat er best mensen zijn die daar best iets aan zouden kunnen hebben. Maar stel dat ik…
Hoe schrijf je dan daadwerkelijk een flaptekst?
Hoe doe je dat? Want het is serieus niet simpel. Maar wat je zegt, daar zijn trucjes voor, zei je.
Petra: Ja, het belangrijkste om als eerste te zeggen is: een flaptekst is voor elk boek weer anders. Je wilt namelijk rekening houden met je genre, je lezer enzovoorts, dus het is niet; het moet aan deze puntjes allemaal gaan voldoen. Je hebt wel een basis die voor heel veel flapteksten hetzelfde is, dus dat gaan we dus nu bespreken.
En ik denk dat het belangrijkste wat je als eerste kunt doen is gaan vergelijken.., jouw boek gaan vergelijken met andere boeken die al in de bestseller lijst staan, bijvoorbeeld. Hoe zijn die opgemaakt? Lezen die lekker weg? Wat kun je eruit halen wat eigenlijk in elke flaptekst ook naar voren komt. Eindigen ze bijvoorbeeld elke keer met een bepaalde vraag. Of hebben ze het elke keer over introductie van één bepaald type. Dus daar kun je een beetje research in doen van hoe wordt zoiets opgebouwd in jouw genre.
Maria: Ik denk zeker ook dat… Je kunt er haast vanuit gaan dat op het moment dat, tenminste dat denk ik, als je in de bestsellerlijst gaat kijken dat die flapteksten ook goed in elkaar zitten. Want anders dan zou een boek niet in de bestsellerlijst staan. Daar kun je best informatie gaan uithalen.
Petra: Ja, er zijn dus eigenlijk drie dingen waar je dus rekening mee moet houden. Als je dus een flaptekst gaat schrijven. De eerste is dus een korte introductie van je verhaal. Dat je de sfeer overbrengt, dat je aangeeft van: Oké, we beginnen hier en dit is wat erop het spel staat. What’s at stake? Dat is typisch zo’n vraag die je uit een flaptekst moet blijken. Mensen moeten namelijk, op het moment dat ze jouw flaptekst lezen, moeten ze namelijk denken: Oké, hoe gaat dit aflopen? Ik moét dit boek lezen. Dat wil je eigenlijk gaan creëren.
Maria: Het is een soort van… Je wil mensen nieuwsgierig maken naar wat er gaat gebeuren en tegelijkertijd laten zien dat er een bepaalde spanning… Zelfs als er… Het hoeft niet per se een thriller te zijn, maar dat de hoofdpersoon iets moet gaan doen, waardoor je meegenomen gaat worden.
Petra: En je wilt gelijk een soort introductie van je hoofdpersonage. Zeker als dat jouw vertelperspectief is, dan wil je gelijk al een soort link gaan leggen tussen de lezer en je hoofdpersonage. Want op het moment dat de lezer aan jouw flaptekst al kan zien: Oh, ik kan mij aardig identificeren met deze persoon, met waar die tegen strijdt, of waar die mee worstelt. Dat is ook al een reden om zo’n boek op te pakken. Dus het zijn eigenlijk tweedelig in die zin. De hoofdpersonage, het verhaal en wat staat er op het spel. Dat zijn echt drie dingen die heel duidelijk elke keer in elke flaptekst naar voren moeten komen.
Maria: Maar wat wel heel belangrijk is, denk ik, dat je niet de clou moet gaan weggeven.
Petra: Zeker niet! Je mag best wel een beetje een cliffhanger zelfs gebruiken. Niet in een… Persoonlijk in het boek zelf ben ik geen fan als een boek eindigt met een cliffhanger, maar een flaptekst is daar uitermate geschikt voor.
Maria: Zelf denk ik altijd, als ik kijk naar fictieboeken… Ik ben een plotter, dus ik ben altijd een beetje… ding ding ding, zo dit moet dit, dit en dit. Ikzelf persoonlijk doe eigenlijk nooit meer als twee of drie alinea’s. Je hebt ook wel eens op schrijfgroepen bijvoorbeeld, dat mensen een flaptekst plaatsen om te zeggen van: Nou ja, is dit een goede flaptekst? Is vaak één blok tekst of zo, en dan hebben ze er niet de alinea’s tussengemaakt. Dat leest gewoon heel moeilijk ook voor de lezer die eventjes op een Bol.com, of in een boekhandel, de achterkant gaat lezen. Je moet het ook een beetje mooi kunnen opmaken, zeg maar. Het moet er mooi uitzien. Ik denk ook dat visueel dat ook veel doet, als je gewoon losse blokjes hebt, tekst. En niet één grote blok tekst.
Petra: Ja, sowieso. Dat is net zo als met een verhaal natuurlijk. Als je alles achter elkaar gaat schrijven, is het niet leesbaar. Dus ook je flaptekst moet gewoon leesbaar zijn.
En het uitgangspunt is wel: Hoe korter, hoe beter. Maar zorg wel dat het voldoet aan de eisen wat ook in andere boeken, zeg maar… Dus dat het overeenkomt met de flapteksten van andere boeken in datzelfde genre. Want té weinig informatie is niet goed. Té veel – echt een lap tekst – ook niet, want mensen haken af. Mensen willen gewoon heel snel kunnen zien: Waar gaat dit boek over? Wie zit daar in? En wat is het risico? Waarom moet ik dit boek oppakken? Dus ja, less is more, zeker.
Maar jij hebt een iets ander idee, want we hadden het er in de voorbereiding erover en jij had het over maximaal 200 woorden. Daar ben ik wat minder streng in, zeg maar. Maar wat is voor jou daar de achterliggende reden voor?
Maria: Nou, ik denk juist omdat het, wat jij zegt: less is more. En 200 woorden, wat ik heb gehoord in de Engelstalige selfpubwereld, dat 200 woorden wel een soort van sweet spot is, zeg maar. Om te zeggen van: Nou ja, het hoeft niet precies 200 woorden. Je kan ook 180 woorden, of 210 woorden, bij wijze van. Dat je daar een beetje rondom heen gaat zitten. Om te voorkomen juist dat je een hele lange… Dat lezers een heel lang gedeelte moeten lezen, zelfs als je het onderverdeeld in alinea’s. Dus dat is mijn… Het is meer een richtlijn. Het is niet zeggen van: je moet per se 200 woorden…
Petra: Nee, en ik denk ook wat altijd een goede tip is op het moment dat jij denkt: Ik heb mijn flaptekst klaar. Gooi het dan ook in schrijversgroepen. Laat het andere mensen lezen en vraag dan: Hé, wat type boek denk je dat dit is? Wat voor genre? Wat voor lezer denk je dat dit zal aantrekken? En op die manier kun je altijd gaan testen hoe het werkt, en tegelijkertijd kun je dan altijd zeggen van: Kan ik het nog korter maken?
Maria: Precies, want ik denk inderdaad dat het korter maken altijd beter is. Want je bent snel geneigd om veel te willen gaan vertellen, omdat je denkt dat de lezer dat nodig heeft om geïnteresseerd te raken in je boek. En dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Want ik heb zelf, mijn fictie flapteksten, die zijn allemaal rond de 190 woorden. Die zijn niet zo lang, soms zelfs nog wel minder. Dus het hoeft niet lang te zijn.
Petra: Nou, we hebben dus nu de tips eigenlijk gedaan voor fictie boeken. Non-fictie is natuurlijk anders. En ik heb zelf geen ervaring met het schrijven van non-fictie boeken. Dat heb jij wel.
Dus zou jij jouw tips kunnen geven voor het schrijven van een flaptekst voor non-fictie?
Maria: Een flaptekst voor een non-fictie boek is natuurlijk net zo belangrijk als voor een fictieboek. En er zijn wel degelijk verschillen. Want met een non-fictieboek, over het algemeen, wil je mensen dingen leren. Laten we daarvan uitgaan.
Zoals bijvoorbeeld mijn boeken, ik heb een boek geschreven over hoe je marketing kunt doen. Dan wil ik mensen leren hoe je marketing kunt doen, dus moet ik in de flaptekst zetten wat mensen dan gaan leren over de marketing in dit boek.
Het trucje wat ikzelf altijd gebruik is dat je dus bullet points maakt. Daar begin ik mee. Ik begin met bullet points. Wat wil ik mensen gaan leren, de lezer gaan leren? Dat zijn dan drie bullet points, of vijf bullet points, meestal. Het rare is, dat is heel raar, het mag niet een oneven, niet een even aantal bullet points zijn, maar ook niet meer als vijf. Eén is te weinig, dus je hebt drie bullet points of vijf bullet points eigenlijk. Dat is wat je dus moet gaan kijken. Dus je gaat gewoon kijken van: Nou, welke hoofdstukken heb ik geschreven? Wat zijn de belangrijkste dingen die mensen gaan leren? Daar maak je kort en krachtig wat bullet points van. Die zet je in het midden.
En dan in die alinea erboven geef je de lezer dus de hoofdreden waarom ze jouw boek zouden willen lezen. En dat is dan in een wat meer breder perspectief dan de bullet points die je hebt gemaakt. En een goede manier is om daar meerdere vragen van te maken. Je kunt dus bijvoorbeeld zeggen van: Wil je meer leren over marketing? Of zo, dat soort dingen. Meer een algemeen ding. Of: ik heb een boek geschreven maar ze verkopen niet. Ik zou meer willen leren. Weet je, dat. Op die manier dat het meer in een bredere perspectief kijkt naar waar het boek over gaat.
Petra: Eigenlijk zeg je dus gelijk al wat het probleem is van de lezer, wat jouw boek gaat oplossen.
Maria: Precies. En met de bullet points ga je daar nog net even iets dieper op in, doordat je het probleem meer uitsplitst.
Petra: Je maakt het concreet.
Maria: Je maakt het concreet. En dan heb je daaronder, onder de bullet points, maak je nog een alinea en daar laat je nogmaals zien waarom het zo belangrijk is dat jouw lezer jouw boek koopt, want ze willen dingen leren. En wat ikzelf altijd doe, is dat ik eindig met de zin van: Wil je XX leren? Wil je marketing leren? Dan is dit boek voor jou!
Op die manier. Dus wat je vaak bij fictie, dat je dan eindigt met een vraag, van: Gaat dit ooit nog goedkomen? Is dus dat je bij non-fictie dat je dus heel duidelijk zegt van: Wil je dit? Dan moet je dit boek kopen! Op die manier. Dat is goed om daarmee te eindigen. En dan voor mijn gevoel ook toch wel niet meer dan 200 woorden.
Petra: Ja, want eigenlijk wil je in gedachten houden dat al een lezer een boek oppakt, die wil niet een kwartier aan het lezen zijn waar het boek over gaat. Want dan kun je net zo goed het boek opendoen en letterlijk gaan lezen. Dus je flaptekst moet ook in die zin kort en krachtig zijn, en to the point. En ik denk dat dit met non-fictie misschien nog wel meer to the point is, omdat dat echt om een probleem oplossen gaat, dan fictie. Want fictie is: Je wilt een bepaalde wereld ingaan, een belevingswereld en dat wil je duidelijk maken uit je flaptekst. En bij non-fictie is het: Oké, jij hebt dit probleem? Ik bied dit als oplossing.
Maria: Precies. Wat dat betreft zitten er wel vergelijkingen tussen fictie en non-fictie, maar… Want eigenlijk heeft de fictie lezer ook een probleem. De lezer verveelt zich, dus die wil geëntertaind worden. Hoe kan je de lezer entertainen? Dus door te laten zien wat er gebeurt in die flaptekst. En laten zien wat er at stake is. Wat er op het spel staat. Dus in feite is dat… Ze hebben allebei wel een probleem, maar het is een ander soort probleem. Tenminste, zo zie ik dat dan een beetje.
Petra: Daar kan ik me wel bij aansluiten.
Maria: Heel fijn.
Maar wat zijn dan uiteindelijk de do’s en de don’ts. Wat moet je absoluut wel doen en wat moet je absoluut niet doen?
Petra: Laten we beginnen met de do’s. Dat zijn denk ik de belangrijkste. Verdiep je in je genre en in je lezer. Dus kijk naar boeken in dat genre die op de bestsellerlijst staan. Maak die vergelijking tussen jouw tekst en hun tekst.
Vervolgens, een flaptekst moet dus snel te scannen zijn. Waar gaat het boek over? To the point, dus dat is echt een belangrijke do.
Kijk of je kan beginnen met een hele goeie openingszin, dat je mensen meteen bij die eerste zin gaat grijpen. Van: wat is er… Oh, dit is op het spel. Oké, doorlezen.
En eindig… probeer je tekst zo in elkaar te zetten dat het eindigt met een soort vraag die in het hoofd van je lezer wordt geplaatst. Van: Hoe gaat dit aflopen? Ik ben nu wel heel nieuwsgierig. Zorg dat je de nieuwsgierigheid naar boven weet te krijgen. En het kan ook helpen om een bepaalde tag line te gebruiken. Door echt een specifiek zinnetje dat niet in de flaptekst zelf wordt opgenomen, maar een zinnetje die erboven staat. Die vetgedrukt of scheef, waarin gelijk al iets getriggerd wordt. Dat kan ook een goede eerste openingszin zijn.
Maria: Ik vind het superleuk dat je de tag line noemt, want ik denk inderdaad dat het… Bepaalde genres gebruiken vaak een tag line om mensen te prikkelen om door te gaan lezen. Toevallig heb ik hier een boek van een goede vriendin van mij, Eva Kattz, of G.B. Kattz. Ze schrijft als G.B. Kattz, schrijft horror in het Engels en zij heeft voor haar boek ‘Dark’ een tag line gemaakt. En ik lees hem toch even voor, want ik vind hem super. Misschien is het een goed voorbeeld van wat jij bedoelt.
Petra: Ja, zeker!
Maria: ‘They say I slaughtered them all. I wish they were wrong’.
Petra: Ja, nou, krijg je daar niet gelijk al kippenvel van, van zo’n tag line? Dat is het eerste zinnetje dat mensen lezen. En dan hebben ze de letterlijke flaptekst nog niet eens gelezen. Dat is alleen dat eerste zinnetje. En daarmee weet je mensen al te grijpen. Tenminste als je in die doelgroep valt. Want als je denkt: Slaughtered? Ik ga echt geen boeken over moorden lezen, dan ben je natuurlijk gelijk… Maar je weet gelijk dat het dan ook niet een boek voor jou is. Dat is een mooi voorbeeld. Een heel goed voorbeeld.
Dus dat zijn dus de don’ts, en als je dan kijkt naar de… Of de do’s…
En als je kijkt naar de don’ts. Dat zijn ook een paar.
Dat soort voorbeelden kun je ook vinden als je je onderzoek gaat doen. Boeken die alleen recensies hebben op de flaptekst hebben, bijvoorbeeld.
Maria: Ja, daar heb ik zo’n hekel aan.
Petra: Het zegt helemaal niks. Ik bedoel, dan is het een belangrijk persoon die dan zegt: Ik heb dit boek gelezen en het is fantastisch. Dat zegt mij… Waar gaat het over dan? Het zegt niks. Dus tuurlijk kunnen recensies erbij staan, maar het moet niet de focus zijn.
Maria: Wat ik wel heb gemerkt is dat het lijkt dat recensies op de achterkant, dat dat vaak gebruikt wordt door traditionele uitgeverijen. Dat die dat meer doen als de selfpubbers, zeg maar. Maar ik weet niet of dat ook 100% klopt.
Petra: Ik zie ze ook wel eens bij selfpubbers voorbijkomen, maar ik denk dat het belangrijkste wat je centraal wilt stellen is het verhaal en niet wat mensen ervan vinden. Dat is gewoon niet belangrijk in een flaptekst. Het kan natuurlijk meehelpen, maar dan moeten het ook mensen zijn die echt van waarde zijn. En het moet aanvullend zijn op de flaptekst. Niet in plaats van. Dus dat is een hele belangrijke.
Te lange zinnen. Te veel tekst is ook echt een dooddoener. Het gaat om het snel kunnen scannen, dus dat betekent wat kortere zinnen. En echt gericht op jouw doelgroep, dus de lezer. Wie wil je aanspreken?
En als je kan voorkomen dat mensen moeten scrollen, doe dat dan. Ga dan kijken of je het zo voor elkaar kan krijgen dat mensen niet hoeven te scrollen om alles te lezen.
Maria: Of als je bij een webwinkel, bij Bol.com bijvoorbeeld, staat er ‘lees meer’, of zo. Weet je, dat. En dat kan best lastig zijn. En daar kan een tag line weer heel goed voor zijn, want die tag line staat bovenaan en dan worden ze meteen getriggerd en dan gaan ze wél door scrollen. Maar als je een saaie opening hebt, dan denken ze van: Laat maar, ik ga niet verder kijken.
Petra: Ja, en een persoonlijke don’t voor mij – en ik weet dat het wel gebruikt wordt zowel in traditioneel als in selfpubben, maar dit vind ik echt voor mij een dooddoener – is al er staat: als je houdt van Harry Potter, dan is dit boek voor jou. Als je houdt van dit, dan is dit boek… Ik vind dat zo’n dooddoener. Want je zet daarmee… Eigenlijk geef jij de lezer het idee: Oké, dit is dus een nieuwe Harry Potter. En je gaat het boek lezen en je wordt 9 van de 10 keer teleurgesteld omdat het verhaal niet… Tuurlijk heeft het aspecten, ik snap de vergelijking wel, maar je zet gelijk een bepaalde verwachtingspatroon neer en dat moet de flaptekst doen, niet de vergelijking met een ander boek.
Maria: Dat ben ik helemaal met je eens.
Petra: Dus dat is wel echt… ik weet dat het een beetje een tricky is, want mensen gebruiken dat wel heel vaak, ook als je via de traditionele manier je boek wilt promoten naar een uitgever, wordt het ook altijd gezegd van: Ga het vergelijken met een serie of met een boek. Voor een flaptekst vind ik het echt een dooddoener.
Maria: Dat hoort niet zo.
En wat ik me nu nog afvraag, nu we zo aan het praten waren.
Sommige schrijvers hebben een, zetten een stukje over zichzelf, zeg maar een soort van biografietje op de achterkant met een foto van zichzelf. Wat vind je daarvan?
Petra: Ik vind dat voor non-fictie vind ik dat logischer als voor fictie. Want non-fictie is het heel vaak iets, een expert die iets vertelt, en dan wil je ook weten wat die expert heeft meegemaakt. Dus dat vind ik logischer. Voor… als ik een Fantasy of een Romantiek boek… zo’n boek oppak, en er staat zo’n tekst bij… Ik vind dat eigenlijk een beetje loze ruimte, want het gaat me helemaal niet om die persoon. Het gaat mij juist om het verhaal. En op het moment dat ik… want ik heb op het gegeven moment een schrijfster gevonden die fantastische verhalen… Vond ik echt heel erg leuk, dan ga ik mij wel verdiepen wie dat is. Dat hoef ik niet op de achterkant van het boek te lezen.
Maria: Als je een nieuwe serie zoekt, hoef je niet meteen al te weten wie dat heeft geschreven. Dat komt dan later wel.
Petra: En je kan jezelf daarmee ook in de vingers snijden, want op het moment dat… Ik heb dat een keer gehad toen heb ik een Fantasy boek opgepakt. De flaptekst sprak me heel erg aan en toen stond er een stukje onder van deze schrijver dat ie een professor van dit of dat was en ik las dat en ik dacht: Oh, ik krijg nu een heel indruk van dit boek, dat wordt een heel literatuurachtig boek. Ik weet niet of ik dat leuk ga vinden. Dus het kan ook tegen je werken.
Dus als je dat al doet, wil je echt dat het aansluit op je flaptekst. Met andere woorden, dat het dezelfde soort idee geeft, dat het bij elkaar past.
Maria: Ja, want wat mij betreft, een biografietje met een foto is niet hetzelfde als de flaptekst. De flaptekst staat los. En als je dat dan wil gaan gebruiken, prima, maar zorg dat je het goed doet.
Petra: Ja, dus dat is denk ik een goeie conclusie. Want de do’s en de don’ts hebben we gehad.
Maria: De do’s en de don’ts, ja… Ik hoop dat luisteraars hier een beetje een idee hebben gekregen van hoe je dan een flaptekst moet schrijven. Maar het blijft moeilijk. Dat is ook een conclusie. Flaptekst schrijven is lastig, dus zoek ook vooral de hulp van andere schrijvers die jouw dingen mee gaan lezen.
Petra: Ja, en je kunt het altijd testen. Ik bedoel, als je eenmaal een flaptekst hebt geschreven en het staat op een Bol.com en het werkt niet. Je ziet gewoon dat verkopen niet omhoog gaan, probeer dan een andere flaptekst. Ga gewoon compleet iets anders schrijven.
Maria: Ja, je kan altijd dingen aanpassen.
Petra: Tuurlijk. Ja, zeker.
Maria: Nou, dank je wel voor deze informatie en het gesprek.
Petra: Graag gedaan. Leuk.
Be the first to comment